Kleine hondjes

Een van de redenen waarom ik nooit een kleine hond heb genomen, is dat het me lastig leek om zo’n kleintje te beschermen tegen grote honden. Inmiddels weet ik beter. Als je kleine hond goed gesocialiseerd is en je zelf het voorbeeld geeft van in vertrouwen en angstvrij zijn, hoeft er niets vervelends te gebeuren bij een ontmoeting tussen een grote en kleine hond. Een enkele uitzondering van een niet goed gesocialiseerde of heel soms een zelfs tot agressie opgevoede grote hond daargelaten. Maar met een beetje ervaring met honden zie je die als hond en diens mens al van verre aankomen.

Baba heeft het uiterlijk van een herder.  Mijn lieve voormalige zwerver uit Spanje is het niet, maar hij lijkt op een mix van een Duitse en Mechelse herder, alleen met kortere poten met zelfs witte voeten. Herders hebben een slechte naam kennelijk. Niet altijd ten onrechte, maar de meeste herders zijn lieve, vooral op hun baas gerichte dieren.

ik heb alle begrip voor de verwarring. Baba zelf ondertussen ook. Vanaf dat hij ruim vijf jaar geleden bij me kwam wonen, zijn we dagelijks geconfronteerd met hondenbaasjes en hun kleine hond die bij het zien van mijn ‘herder’ al bij voorbaat bang worden. Het is soms bijna komisch te zien hoe hondenbaasjes al in de verte hun kleine hondje achter zich dirigeren of zelfs optillen (hét recept om je hondje bang te maken).

Baba vindt het steevast niet leuk als honden of mensen bang voor hem zijn. Bij honden van zijn formaat laat hij dat ook altijd even weten door relaxed naar ze toe te gaan. Meestal helpt dat. Vaak mondt de kennismaking uit in een robbertje rennen. Baba blijft als managende alfa wel ontzag inboezemen maar dat hoort bij de honden hiërarchie. Wel raad ik op hondenspeelweiden e.d. af om in Baba’s bijzijn met speeltjes te gaan werpen, het is en blijft een ballendief. Ik heb opgegeven dat pogen af te leren, het lukt me gewoon niet en ik ben inmiddels tevreden met dat ik het wel van hem kan terugpakken. Hij mag niets met werpspelletjes vanwege een verwaarloosde breuk net boven zijn teenkootjes,  kennelijk opgelopen in zijn zwerverstijd. Het speeltjes stelen is zijn alternatief voor balspelletjes waarbij het snel moeten remmen zorgt dat hij kreupel gaat lopen. 

De meeste honden laten hun speeltje al los voor Baba bij ze is. Slechts een enkeling volhardt en dat geeft bij een kennismaking heel soms wel een korte schermutseling. Met bekende honden is er een status quo, vaak uitgegroeid tot een leuke manier van samen reageren op het werpen van de baas van de andere hond. Het meest vervelende van zijn speeltjes stelen is dat Baba ophoudt met bewegen, alleen nog maar met zijn ‘prooi’ trots gaat liggen rondkijken.

Om terug te komen op de verwarring, kleine bange hondjes worden door Baba compleet genegeerd.

Meestal volstaat dat, maar soms valt de kleine hond echt naar hem uit. Ook dan blijft Baba onverstoorbaar doorlopen.  Dat heeft hij vorige week kennelijk ook gedaan na een beet van zo’n kleintje. Althans, dat vermoedt de dierenarts, er is mij niets opgevallen. Ook niet tijdens zijn dagelijkse borstelbeurten.

Maar afgelopen zondag had Baba ineens een wond, laag in zijn zij. Bijna drie centimeter in een bijna halve maan en het zag er diep en donker uit.  Maandagochtend vermoedde de dierenarts dat het een oude beet was geweest die onderhuids was gaan ontsteken. Een ontstoken huid kan ze niet hechten. Ik mocht kiezen tussen een operatie waarbij er een mandarijngrote uitsnede zou worden gemaakt en dan de huid er omheen trekken en hechten. Of alleen goed schoonmaken en spoelen. Dat ging dan ook met een plaatselijke verdoving en een klein roesje. De nabehandeling met antibiotica en pijnstillers zou hetzelfde zijn en de genezing in beide opties vermoedelijk even lang duren: tussen de een a  twee weken.  Ik koos voor het spoelen omdat het aantrekken van de huid voor mijn gevoel extra risicovol zou zijn aangezien hij een heel kwetsbare huid heeft overgehouden aan de langdurige malassezia infectie.

Na een paar uur mocht ik hem weer ophalen. Er was dode huid weggehaald en de wond nog groter geworden. Donderdag moeten we op controle, hopelijk hoeft er dan niet alsnog beslist te worden voor de ingrijpender operatie.  Ik hoop het voor Baba en… voor mijn portemonnee. Want ben nu al bijna 200 euro lichter en dat wordt met een operatie nog veel meer.

En natuurlijk heb ik geen idee welk van die kleine angstige hondjes die beet heeft veroorzaakt ☹

Voortaan ga ik nog beter op het gedrag van die angstige keffertjes letten. Ik denk dat ik dat het beste kan doen door op voorhand de mens bij die hond te vragen de hond bij Baba weg te houden. Want ik wil Baba’s onverstoorbaar gedrag naar die kleintjes niet veranderen. Wel hem en mij zijn wonden besparen.

Zal het eerst nog eens overleggen met een bevriende hondentrainer. Misschien heeft hij dan ook visitekaartjes voor me om aan die angstige bazen uit te delen 😉.

.

Hondenhotel

Op Vlieland is een hondenhotel. Speciaal voor mensen die er op vakantie gaan, de Vlielandgangers. Ik ben een Vlielandganger, al enige jaren ga ik graag naar dit prachtige eiland. Met mijn hond. Juist met mijn hond, want die vindt het daar geweldig en daardoor geniet ik nog meer van de mooie natuur.

Toen we daar afgelopen maandag arriveerden en na de eerste noodzakelijke boodschappen te hebben gedaan net even buiten het enige dorp de duinen inliepen en ik hem losmaakte, ging hij er als een speer vandoor om even later weer blij uitgelaten me tegemoet te lopen en hupsakee daar ging hij weer, rende enthousiast van links naar rechts en weer terug, vooruit en weer naar mij, mega uitgelaten dus. Toen hij enigszins gekalmeerd was, zocht ik, de boodschappensjouwer, even een bankje op. Hij kwam naast me op de grond zitten en keek uiterst tevreden uit over de duinen en een vallei.

Baba was weer waar hij liefst zou willen wonen, dat was me vorig jaar al duidelijk geworden, toen we voor de derde keer in een mooie studio met grote omheinde tuin logeerden. Daar wachtte ons vorig jaar echter een minder leuke boodschap: de eigenaren van die studio die in het huis erboven woonden, hadden hun huis verkocht.

Een paar weken later kwam ik erachter dat de nieuwe eigenaar weliswaar ook door ging met verhuren, maar niet meer aan mensen met honden.

Dat hoefde ook niet, vertelde hij me aan de telefoon, Vlieland had tegenwoordig een hondenhotel. Dat hondenhotel adverteert in de trant van: overdag lekker met uw hond wandelen op Vlieland en ’s avonds kan hij of zij lekker overnachten in ons leuke hotel.

Leuk bedacht, maar mijn voormalige zwerver heeft nog oerinstincten en vindt dat de roedel als het donker wordt bij elkaar moet zijn. Ik ben het met hem eens.

Dus heb ik sedert die boodschap van de nieuwe eigenaar geregeld tijd gestoken in een nieuw plekje vinden voor ons samen. Die plekjes bleken steeds schaarser te worden. Uiteindelijk vond ik een maisonnette in een appartementencomplex en door goed op last minutes te letten, lukte het me recent om enigszins betaalbaar een midweek te boeken.

Daar zijn we nu en genieten van korte of langere wandelingen in het bos of over het strand, of zoals vandaag bij lekker zonnig weer van een urenlange zwerftocht over het eiland. We gingen door bos en langs de wadden, via de jachthaven en een heerlijke kop soep daar via de uiterste oostelijke punt van het eiland, daar waar wad en Noordzee samen komen en het getij ruw bezig is het eiland weer te verkleinen, via het Noordzeestrand en lekker eten en drinken bij strandrestaurant Oost weer door duinen en bossen huiswaarts.

Wat een genot.

Hond ligt nu al een paar uur bij te komen, kwam net even vragen of we nog samen gaan slapen.

Jazeker, even dit stukje afschrijven Baba en dan lekker naar bed.

Ik mijmer nog even over een fantastisch eiland met wonderschone en stille natuur, met een groot aantal enorme natuurliefhebbers onder de 1100 vaste bewoners, waar toch velen lijken te denken dat een hondenhotel een goed idee is.

Wie zijn die verhuurders voor wie spullen belangrijker zijn dan de levende have en net doen of het voor de hond zo leuk is om ’s nachts in een hondenhotel zonder zijn of haar baasje te moeten verblijven? En wie zijn die bazen die dat hotel boeken voor hun hond? Gaat het hen om besparing van de schoonmaakkosten? Lijkt me niet, want die kosten vallen in het niet bij die van het verblijf in het hondenhotel. Vinden zij misschien ook de spullen op hun vakantieadres belangrijker dan hun hond bij zich te hebben? Of willen ze ’s avonds graag dingen doen waar de hond niet bij mee kan of mag? Maar welke dingen zijn dat dan op dit eiland?

Ik snap er echt niks van.

Ik dank in het diepst van mijn hart de in Heerenveen wonende eigenaren van dit appartement dat ze er anders over denken. Hopelijk blijven ze dat doen.

Twee teckels

Naast het revalidatieoord is aan de andere kant van de weg een groenstrook die veel door honden uitlaters wordt gebruikt. Niet door ons, want er is geen pad zodat ik moet kiezen tussen door het groen (met uitwerpselen) lopen of op de weg blijven terwijl ik hoop dat mijn hond op het gras blijft.

Vandaag heeft Baba duidelijk geen zin om op de stoep aan de andere kant van de weg te blijven. Logisch, daar lopen verderop twee mensen met elk een teckel aan een lange lijn waar hij natuurlijk graag mee kennis wil maken. Maar de achterste is aan het lopen te zien duidelijk al ouder en die wil ik niet lastig vallen met de behoeftes van mijn alpha.

De man en de vrouw zijn bovendien kennelijk samen in gesprek. Ze staan al een poos stil als wij aan de overkant op hun hoogte komen. Geen probleem denk ik, want de voorste teckel is kort gehouden.

Over de weg komt ons een rolstoelster achterop, ze is precies op de hoogte van de voorste teckel als die mijn hond ontdekt en enorm uitvalt.  Ik heb me vergist in de korte lijn, hij was kennelijk niet op slot en de teckel stormt zonder ergens anders op te letten dan mijn hond, de weg op.

“HO!” roep ik, maar het is al te laat, de teckel wordt aangereden door de vrouw met de rolstoel. De bazin van de teckel trekt haar hond terug maar lijkt er verder geen aandacht aan te willen schenken.

“Het was echt raak, ik hoop dat je hond niets heeft,” roep ik geschrokken naar de vrouw aan de overkant. Die maakt geen aanstalten, zo te zien wil ze haar gesprek weer voortzetten.

Verderop zie ik de rolstoelster tot stilstand komen.

Misschien heeft de teckelbazin de aanrijding niet gezien?

“Ik zou je hond maar even goed onderzoeken, het was echt  flink raak. Hij lag even onder de rolstoel zelfs!” Nog steeds maakt ze geen aanstalten. De rolstoelster komt terug gereden. “Hoe is het met de hond?” vraagt ze, “Ik kon hem echt niet meer vermijden!”

“Sorry,”  zegt de teckelbazin, “ik lette niet goed op.” Ze wendt zich weer tot de man met de oudere teckel.

Ik geef het op. Hoop er het beste van voor de jonge teckel en loop aarzelend door.

Even later wordt ik ingehaald door de rolstoelster.

“Het was niet jouw schuld,” zeg ik tegen haar. “Die hond viel ineens uit naar de mijne. Ik hoop maar dat hij er niets aan overhoudt.” Ik zie dat ze ontdaan is, zeg daarom nog maar eens: “Je kon er echt niets aan doen, het was niet jouw schuld.”

“Maar ik ben wel erg geschrokken,” zegt ze.

Als ik doorloop bedenk ik dat in ieder geval de teckelbazin wel zo eerlijk is om de schuld meteen op zich te nemen. Hoop maar dat ze geen dierenartskosten krijgt.

Ik besef weer waarom ik niet zo’n lange rollijn wil, een ongeluk zit dan in een klein hoekje.

Toevallige ontmoetingen?

Silver is ongeveer onze achterbuurman, maar we kunnen hem nooit vanuit ons huis zien door de hoge muur die onze tuinen scheidt.  We kwamen elkaar af en toe tegen vanaf dat Silver een puppy was, maar de twee honden zijn pas vriendjes sinds ze elkaar tegen kwamen ergens afgelopen zomer bij de rivier. Voor de honden was het een feestje van dollen en rennen. En ook de twee mensen bleken, zij het nog voorzichtig aftastend, prima met elkaar overweg te kunnen. Sindsdien zijn we elkaar nog een paar keer op een wandeling tegen gekomen. Silvers vrouwtje is een stuk jonger dan ik, maar we houden kennelijk van dezelfde soort lange wandelingen en zij is bereid om zich aan mijn wat langzamer wandeltempo aan te passen.  Baba laat zich graag uitdagen door de ruim twee jaar jongere Silver.

Halverwege november appt Silvers baasje me om voor het eerst uit te nodigen samen met haar en Silver per auto naar een wandelgebied te gaan. We hebben een genoeglijke wandeling met zijn vieren in de Soesterduinen.

De volgende dag komen we onze achterburen tegen bij de hondenspeelweide in het park. Zowel voor Silvers vrouwtje als voor mij is het een ongebruikelijk tijdstip, drie uur ’s middags, maar onze beider dagen liepen kennelijk zo.

De dag erna gaan Baba en ik na een paar momenten van uitstel, op weg naar de Voorveldse polder. Ik heb een bepaalde route in mijn hoofd, maar eenmaal onderweg verander ik een paar keer van gedachten en verleng zo de wandeling. Als we bij het begin van de polder zijn, gaat Baba er vandoor om op verkenning te gaan bij het nieuwe asielzoekerscentrum waar Oekraïners worden gehuisvest. Het duurt even voor hij terug komt.

Als we eindelijk verder de polder in lopen komen we Silver en zijn mens tegen. Derde dag op een rij. Twee minuten eerder of later op die plek gearriveerd hadden we ze gemist. Het wordt me te toevallig.

Ik moet denken aan de nachtelijke ontmoetingen met Loes en haar vrouwtje. Ze gaan vaak laat nog even naar het park en lopen daarbij een klein stukje van de route die Baba en ik bij ons laatste wandelingetje van het etmaal ook lopen. De tijdstippen voor die laatste wandelingen variëren flink: ergens tussen 11 uur ’s avonds en diep in de nacht.  Dat we elkaar toch tegenkomen is me al jaren te toevallig. Bovendien is het me opgevallen dat ik altijd als we de deur uitgaan, aan Loes en haar vrouwtje moet denken voor we ze ergens op die nog geen 200 meter samenvallende route tegenkomen.

De honden zorgen ervoor dat we elkaar tegenkomen, zeg ik tegen Silvers vrouwtje. Ja dat lijkt er wel op, zegt ze, maar we hebben allebei geen idee hoe dat werkt. Wellicht ruiken ze elkaar, of voelen elkaar, of zou telepathie er iets mee te maken hebben?

Die nacht kan ik de slaap niet vatten. Ik besluit liggend in bed te mediteren. Ik pas daarbij de technieken toe die ik aan het leren ben van het cursusboek ‘communicatie met dieren’ door Carol Gurney. Voor Baba is het kennelijk het signaal dat ik weer open sta om hem te verstaan.

Ik ‘hoor’ hem guitig vragen: “Jij wil weten hoe we dat doen, elkaar vinden?”

Baba legt me in korte zinnen uit dat hij en Loes al op afstand besluiten dat het tijd is om elkaar weer te zien. Dan sturen ze ons gedachten waardoor we later of eerder de deur uit gaan, ja ze schromen zelfs niet om zich slapend voor te doen om tijd te rekken. Zo doet hij dat ook met Silver.

Midden in de nacht lig ik te schaterlachen om die slimme honden die ons dus gewoon bij de neus nemen, sterker: manipuleren om elkaar te kunnen ontmoeten.

Prikbord

Een hond in de stad uitlaten wordt steeds moeilijker door toenemende onverdraagzaamheid van niet-hondenbezitters. Ook op zich positieve ontwikkelingen pakken voor honden slecht uit.  Stedelingen zijn in toenemende mate doordrongen van het belang van groen en steeds meer kleine plekjes worden dan ook beplant. Geweldig, maar een hond moet er liefst met een boog omheen.

Ik heb een hond die bij voorkeur in groen plast, maar hoe leg ik hem uit dat het meeste groen heilig is voor degene die dat onderhoudt?

Ook boomspiegels zijn steeds heiliger omdat er allerlei beplanting op plaatsvindt en daardoor bovendien lastig voor de hond om er een stevig staanplaatsje te vinden. Als ik hem wegtrek bij een geveltuintje neigt hij naar de eerstvolgende tuinloze gevel maar dat wordt als vies ervaren. En toegegeven, als mijn hond een plas tegen een gevel doet, valt het weliswaar op de stoep, maar een grote plas achterlaten voelt behoorlijk gênant. Teefjes doen het ook veel op de stoep, maar beginnen niet zo dicht bij de gevel 😉

Ik heb zelf ook bijna 40 jaar een geveltuintje en er worden heel wat plasjes door honden in of tegenaan gedaan. Het heeft nog nooit problemen met de planten gegeven. Problemen heb ik wel met gravende poezen die er ook nog drolletjes in achterlaten.

Wat veel mensen niet begrijpen is dat de plek waar een hond zijn poot optilt zorgvuldig wordt gekozen. Honden laten door middel van hun plasjes boodschappen aan elkaar achter. Helemaal precies weten we het niet, maar ik stel me zo voor dat ze met hun enorme reukvermogen elkaar aan de geur van de plas herkennen. Hun plas zegt dus zoiets als: Max was hier, en Lena ook, Snoopy gisteren.

Over elkaars plas heen gaan geeft ook iets aan van de hiërarchie tussen honden.

En plasjes worden achtergelaten als markering om plekken en zelfs hele routes te kunnen herkennen.

Daarom zijn hoeken van straten favoriet bij honden als markeringsplek. Een hoek waar veel honden op weg naar het park langskomen, is sedert een paar jaar rond gemaakt met iets dat nog het meeste weg heeft van een kleine kasteelmuur. Op de basis van stenen is een prachtig gesmeed hekwerk geplaatst en onderaan is het metselwerk afgerond met leistenen. Het lichtgrijs is op veel plekken al donker van de vele keren dat honden er tegenaan geplast hebben. De  huiseigenaar kwam een keer net aangelopen toen mijn hond zijn poot had opgetild.  

“Sorry.” zei ik, ‘maar jouw hek hier op de hoek is kennelijk een soort brievenbus voor honden om boodschappen voor elkaar achter te laten.”  Hij kon er om lachen en had dat kennelijk zelf ook al lang waargenomen.  Gelukkig, voor hem was het geen probleem. Toen we weer doorliepen bedacht ik dat prikbord een betere benaming zou zijn.

Vriendschappen

Deze zomer kon Baba niet los in het park.

De grote vijver was voor de zoveelste zomer weer vergiftigd met blauwalg en mijn viervoeter drinkt graag ‘natuur’water. Vooral als hij speelt met andere honden wil hij geregeld even zijn dorst lessen.

De blauwalg is nog niet verdwenen, maar het water in de vijver ziet er na de vele regenbuien weer normaal uit. Ik durfde het daarom voor het eerst in maanden weer aan om Baba los te laten op de hondenspeelweide in het park. Daar was ook een gerede aanleiding toe: het was er om half negen ’s ochtends een drukke bedoening en ik constateerde dat er diverse vriendjes en vriendinnetjes van Baba aanwezig waren. Feestje! Dacht ik.

Maar tot mijn verbazing ging Baba wel iedereen even begroeten, maar trok zich daarna midden op de weide terug waar hij op afstand alle interactie alert stond waar te nemen. De hondenbaasjes stonden in een groepje op het pad bij de weide en de meeste honden krioelden daar omheen. Baasjes druk in diverse gesprekken, honden druk met de ingewikkelde groepssamenstelling. Af en toe kwam Baba weer bij de groep, met name als er  een nieuwe hond was gearriveerd, maar telkens na begroeting en een blik hier en een geluidje daar, trok hij zich weer als de lone wolf terug midden op de weide. Kennelijk was Baba weer heel erg moe van de nog steeds niet goed gediagnosticeerde jeuk. De afgelopen twee weken had hij zelfs door de jeuk onderdrukkende medicijnen heen gekrabd.

De groep dunde langzaam uit, maar net toen ik overwoog ook te vertrekken, kwam Willem IV het park in. Veel hondenbezitters zijn bang voor deze Duitse herder en dus vertrokken ook de resterende hondenbaasjes met hun viervoeters. Willem is een van Baba’s beste vrienden. Ha, dat wordt rennen, dacht ik. Maar het werd slechts tien meter dollen. De twee vriendjes snuffelden samen wat rond en ik knoopte een gesprek aan met de kennelijke nieuwe bewoner van het studentenhuis waar Willem woont. Het was me opgevallen dat die wat argwanend de ontmoeting van Willem met Baba had gevolgd. Het zijn vriendjes, legde ik uit, alleen is Baba niet in goede doen, anders zou je dat ook meteen hebben kunnen zien. Normaal rennen ze met zijn tweeën het hele veld rond, als ze langskomen voel je de grond onder je bewegen.

Nu was Baba al snel weinig tot niet meer geïnteresseerd in Willem. Hij trok ineens een sprintje, ik dacht eerst om te gaan poepen in de struiken, maar toen hij die voorbij liep, vermoedde ik dat hij op weg was naar het restaurant om weer eens te grasduinen bij hun vuilcontainers. Maar het hek was dicht. Gelukkig, dacht ik, maar ik juichte te vroeg. Baba liep door, stak het drukke fietspad over.

Ik groette haastig de nieuwe studentenhuisbewoner en ging achter Baba aan omdat die niet reageerde op mijn fluitje.

Toen ik ook het fietspad was overgestoken zag ik Baba in de verte. Hij stond te kijken bij zijn vriendinnetjes Abby en Toet. Op de speelweide had hij ze maar even aandacht gegeven, maar nu er minder ingewikkelde groepsprocessen plaatsvonden, deed hij toch een poging tot contact.

Terwijl ik in rustiger tempo naar het groepje liep, raakte ik geamuseerd door zowel de honden als de twee bazen. Zo verschillend zijn die twee, uit zulke andere maatschappelijke groepen. Zij een volkse Utrechtse, hij wat Koot en de Bie een ‘oudere jongere’ zouden noemen, maar ze stonden daar als dikke vrienden geanimeerd te kletsen met elkaar. Verschillen vallen weg als je honden vriendjes zijn. En Abby en Toet zijn zulke dikke vriendinnen, dat Baba vooral stoorzender was en door de dames vrijwel genegeerd werd.  Hij kwam al naar me toe. Tijd om naar huis te gaan Baba!

Borders

Als we aankomen bij de zeer grote weide aan de rand van de stad waar honden los mogen, zien we in de verte alleen twee kleine hondjes. Baba is toch geïnteresseerd en gaat vast vooruit. Een van de twee kleintjes komt hem enthousiast tegemoet. Het blijkt een border terriër, een teefje van anderhalf jaar oud. De andere blijkt een mannetje van dertien en het vrouwtje van de twee hondjes begint meteen op een soort excuustoon te vertellen dat ze hem toch maar los heeft gemaakt toen wij eraan kwamen.

De honden mogen hier los, dus ik luister aandachtig verder. Vanaf dat het jonge borderteefje bij hen kwam wonen, was de oude knorrepot meteen haar verdediger, met alle problemen van dien.

Maar nu laat hij het maar, het jonge teefje kan zich goed zelf redden.

Ik snap nog steeds het excuus maken voor het los lopen van de dertienjarige niet.

Maar dan begint ze te vertellen dat alle problemen met haar honden bij haarzelf beginnen. Als zij bang is dat er wat gebeurt, komt het mannetje meteen in actie.

Ik begrijp, zij vond grote Baba eigenlijk wat eng, maar ik zeg niks.

Er ontspint zich een heel gesprek over de invloed van bazen op de honden, terwijl het kwieke teefje tevergeefs probeert Baba’s aandacht te trekken. Baba is na ruim een uur wandelen vooral geïnteresseerd in het water in de sloot en rollen in het gras. Het is al half negen ’s avonds, maar nog steeds 29 graden.,

De vrouw vertelt verder over wat ze allemaal heeft geleerd sinds ze twee border terriërs heeft. Het gaat vooral over het belang van zelf niet bang zijn.

Ik vertel over het belang van je hond vertrouwen geven en moet ineens denken aan de ontmoeting met staander Harry aan het begin van onze wandeling.

Harry is ook nog jong en onstuimig en steevast behoorlijk onder de indruk van mijn alphaatje. Maar bang is hij absoluut niet en de twee reuen draaiden tamelijk gespannen om elkaar heen. Ik vertrouw Baba, dus maak me daar nooit druk om.

Harry is hoger op de poten dan Baba en probeerde ondanks zijn respect toch even zijn kop op Baba’s schouders te leggen. Dat kwam hem op een forse grauw te staan. De jonge bazen van Harry zijn argwanender naar mijn hond dan ik, dus stelde ik ze gerust.

Gelukkig is Harry goed gesocialiseerd dus die trok meteen de juiste conclusies en bleef het bij die ongemakkelijke communicatie tussen de twee reuen.

“Als een hond niet goed gesocialiseerd is, bijvoorbeeld omdat zijn bazen hem weinig loslaten uit angst voor wat dan ook, kan een hond zo’n grauw niet genoeg vinden en te ver gaan en dan komt er na zo’n grauw en soms nog een volgende waarschuwing een vechtpartijtje.”

Ik voel tevredenheid over mijn bondige samenvatting van een tegenwoordig veel voorkomende hondensituatie, maar de bazin van de twee borders ziet het als een opmerking om in de verdediging te schieten over hoe goed gesocialiseerd haar honden zijn.

Zo had ik het niet bedoeld.

Het jonge teefje komt blij aangerend en ik complimenteer de vrouw met het leuke vrolijke hondje en wens haar veel plezier met haar. Zij gaan op weg naar huis.

Tijd voor mij om een bankje op te zoeken.

Bang voor de Alpha

Dankzij de (boek)cursus ‘Communicatie met dieren’ waarin ik lerende ben, ontdekte ik dat Baba het heel naar vindt dat veel mensen hem eng vinden. De tweede keer dat we daarover communiceerden liet hij er nog bij weten: ik ben echt wel lief! En dat is hij! De liefste hond die ik ooit gehad heb. Angst hebben voor Baba zegt meer over de mens die bang voor hem is dan over de hond.

Vanaf de eerste wandelingen die ik met hem maakte toen hij als acht maanden jonge hond bij mij was komen wonen, verbaasde ik me over de vele angstige reacties. Mensen die terugdeinsden of omliepen, hondenbezitters die hun kleine hondje meteen optilden of achter zich lieten schuilen en meer van dat soort reacties.

Al snel begreep ik dat het te maken had met dat Baba op een herder lijkt. De Duitse herder staat in de top 3 van gevaarlijke honden zelfs.

Mijn eerste hond was een Duitse herder en ook al een superlief dier. Maar dat was in een tijd dat honden nog overal los mochten lopen en mensen nog wisten dat je in de buurt van een hond niet moet gaan hardlopen.

Tegenwoordig worden joggers boos als ze hardrennend over het pad dat dwars door de hondenspeelweide in het park loopt, last hebben van een hond. Of die nou enthousiast denkt dat er iets te spelen valt en gaat mee rennen of tegen de rennende mens wil opspringen. Vooral dat laatste is niet leuk natuurlijk. Al lijkt mij dat als je bang bent voor honden je ook niets te zoeken hebt op de hondenspeelweide, maar dit terzijde.

Het zit in de natuur van een hond om als iemand begint te rennen dat als een (speel)uitdaging te zien. Hondenbezitters zijn zich doorgaans goed bewust van dat probleem en doen hun best dat gespring tegen hardlopers af te leren. Bij sommige jonge honden is dat een forse uitdaging maar elk baasje doet zijn/haar best. We passen ons aan dus.

Vorig jaar toen Baba na het gevecht op leven en dood met een Barsoi een volle minuut voor zijn leven heeft moeten knokken en hij zich daarna ontpopte als een ‘lone wolf alpha´ , heb ik me na een paar maanden ook aangepast en heb ik Baba laten castreren. (zie vorige 2 blogs)

Hij is er nog zachtaardiger door geworden en wordt steeds meer een uiterst sociale alpha.

Maar hoe voorkom je nou dat je hond gestresst raakt van dat mensen bang voor je zijn, zoals kennelijk het geval is bij Baba?

Ik word nog wel eens aangesproken op mijn gebruik van het begrip alpha hond. Er zijn mensen die de mening zijn toegedaan dat het hele begrip alpha niet bestaat. Dat lijkt me toch een ontkenning van de natuur van de hond. Of het nu om mensen of honden gaat, je hebt in groepen altijd leiders en volgers.

Baba is duidelijk geen volger. Ben al blij dat hij mij volgt 🙂

Eén van mijn vorige honden, Jao, was een duidelijke alpha. Na aanvankelijke opvoedproblemen werd hij rond zijn derde levensjaar een kalme rustige hond die in de buurt van andere honden vaak heel erg op zichzelf leek te zijn, aan de rand van hondenspeelweides alleen bezig leek met snuffelen, maar ondertussen goed in de gaten hield wat er gebeurde en wie er weg gingen of kwamen. Dat deed hij niet alleen op hondenspeelplekken, maar ook in het muziekcafé waar we samen vaak kwamen. Dat was vooral hilarisch, maar vergde ook dat ik er steeds weer achteraan moest, omdat de vertrekkende bezoeker geen rekening hield met ‘portier’ Jao, die daardoor buitengesloten werd.

Als het om honden ging, kwam hij pas in actie als er animositeit was tussen honden. Dan kwam hij met hoge staart en flink opgeheven hoofd even naar de onrustveroorzaker toe, knikje hier, grauwtje daar, en klaar was het weer. Ondanks zijn amper 32 kilo dwong hij flink respect af.

Er is nogal eens verwarring over wat een alpha is en wat een dominante hond. Vorig jaar als ‘lone wolf alpha’, had Baba duidelijk dominante trekken. Zijn alphagedrag ging over Baba zelf, hij werd een baasspelertje.

Maar een alpha heeft eigenlijk helemaal geen behoefte om de baas de spelen. Hij heeft slechts behoefte aan rust en duidelijkheid in de roedel.

De echte alpha blijft altijd de baas van de hond. De aanvankelijke gedragsproblemen van Jao waren dus leermomenten voor mij en zodra ik wist hoe ik een goede baas kon zijn van Jao, werd hij een goede alpha in de hondenroedel. Hij was vanaf dat moment ook nooit meer de aanstichter van een gevecht.

Baba gelukkig ook niet meer. Al is hij graag duidelijk over wat hij belangrijk vindt.

Maar dat gaat met een grauwtje, even lip optrekken of andere hondentaal. Daar moet je als mens niet van schrikken. Ook niet als hondenbaasje. Als je hond goed gesocialiseerd is, begrijpt die de taal en zal die ernaar handelen,

En is je hond, bijvoorbeeld omdat hij jong is, nog niet goed gesocialiseerd, dan zijn die acties van de alpha simpelweg leermomenten die bijdragen aan de socialisatie van je hond.

Lastiger ligt dat als twee alpha’s op dezelfde plek zijn, of een dominante hond een alpha op zijn pad tegenkomt. Doorgaans vinden de honden daar zelf wel een modus voor. Na het nodige om elkaar heen draaien, koppen op schouders leggen, rijgedrag en plasrituelen en allerlei andere hondentaal, besluiten ze meestal wie het voor het zeggen heeft of verdelen de taken. Dat geldt in ieder geval voor twee alpha’s. Een dominante hond accepteert het gezag van een alpha soms moeilijk. Dan zul je zien dat de alpha steeds opnieuw waarschuwingen geeft.

Als baas van de hond kan het dan zinnig zijn je hond bij je te roepen, vooral als je wilt voorkomen dat de twee honden gaan uitzoeken wie de sterkste is van de twee.

Voor mij als alpha van mijn alphahond is aanhoudend dominant gedrag van een andere hond meestal een teken dat het tijd wordt om te gaan.

Kom Baba, laten we die maar in zijn sop gaar laten koken! denk ik dan.

Dankzij die cursus hoorde ik hem al eens denken: hehe, dat werd tijd.

“Kom we gaan Baba!”

Ik met rechte rug, Baba rustig naast me en allebei met de kop hoog …

Castratie

Baba’s ontwikkeling als ‘lone wolf alpha’ sedert het incident in april met de barsoi werd steeds duidelijker. Zijn toch al grote hobby, het afpakken van ballen en andere speeltjes, werd nu echt dominant gedrag.

Zijn ongeduld met niet goed gesocialiseerde puberreutjes werd steeds groter en zijn begroetingen van andere honden op de speelweide veranderden steeds meer in even duidelijk maken wie er de baas is in het park, althans volgens Baba.

Daar kwam het nadrukkelijk claimen van teefjes ook nog bij.

We begonnen een slechte naam te krijgen in het park. Een keer kwamen we aangelopen bij de hondenspeelweide en nog voor ik Baba los had gemaakt, vertrokken alle hondenbaasjes met hun viervoeter. Binnen een minuut was de weide leeg.

Dit was niet leuk meer. Uitlaten van Baba werd een inspannende bezigheid. Met zo’n grote hond met een herderachtig uiterlijk waar toch al veel mensen bij vooroordeel bang voor zijn, en met zijn grote zelfstandigheid als voormalige zwerfhond, kon ik me niet langer permitteren om de tijd te nemen om te kijken hoe ik met allerlei soorten aanpak zijn gedrag zou kunnen ombuigen.

7 Juli liet ik hem castreren. De eerste keer in mijn leven dat ik zo’n stap zette en in de eerste week na de castratie heb ik in gedachten wel duizend keer sorry gezegd tegen Baba.

Hij was behoorlijk ziek van de narcose. De dierenarts had me aangeraden geen voedsel te geven maar wel te proberen of hij wilde drinken. Hij wilde geen van beiden, ondanks dat hij met een nuchtere maag de operatie had moeten ondergaan.

Eind van de avond probeerde ik voorzichtig een heel klein stukje van zijn favoriete leverworst. Hij rook eraan, trok zijn kop terug en maakte een geluid waarvan ik dacht dat alleen mensen dat konden: hij liet een hartgrondig ‘Blugggh’ horen.

De volgende dag begon hij weer te drinken en accepteerde hij kleine hapjes. Het werd me alleszins duidelijk dat de ontstekingsremmende pijnstiller geen overbodige luxe was. Ook het advies hem de eerste weken niet los te laten lopen, bleek terecht.

De dierenarts had gewaarschuwd dat de testosteron nog minstens een maand volop aanwezig zou zijn en ik dus de eerste maand geen veranderingen hoefde te verwachten en daarna was het afwachten of en zo ja wat voor effect de castratie uiteindelijk zou hebben.

Al de dag na de castratie bemerkte ik toch de eerste verandering: in plaats van heel vaak ‘vlaggen’, deed Baba ineens een lange plas.

We zijn nu drie maanden verder en Baba is, behalve dat hij duidelijk een apha is geworden, weer Baba. Hij is nog steeds een ballen- en speeltjesdief maar gelukkig weer zonder dat super dominante gedrag. Toch gaf het in september problemen met badgasten op Vlieland die er geen begrip voor op konden brengen, zelfs niet nadat ik uitgelegd had hoe Baba’s gedrag ontstaan was. Of ik de bal kon terugbezorgen. Uiteraard, maar wel met moeite. Daarna of ik kon voorkomen dat hij de bal afpakte, want het boxerachtige teefje vond het niet leuk dat Baba dat deed. Tsja, dat hoort nou juist bij Baba’s spel. De baas vond het ook duidelijk niet leuk dus lijnde ik Baba maar aan. Na een poos was ik echter even niet oplettend genoeg en hup daar ging hij, met lijn en al. Dit keer kwam de man Baba terugbrengen en kon meteen twee ballen in ontvangst nemen.

Ik wist meteen weer waarom ik nooit in de buurt van andere badgasten het strand op ging, maar het warme weer had me verleid dat dit keer wel te doen.

Op de stille stukken was het genieten met Baba. De lange, vrijwel lege stranden hadden echter ook een nadeel: overal lagen resten van dode vogels. Wat is het toch een eigenaardige gewoonte van honden dat ze zich graag in lijkgeuren wentelen. Ik heb me laten vertellen dat ze dat doen om hun eigen geur te camoufleren, nog een restant van hun oerinstincten. Het geeft ze een voordeel bij de jacht.

Ik ken geen hondeneigenaar die dit ‘voordeel’ honoreert en ik werd een keer goed pissig op Baba toen hij weer weigerde de lijken met rust te laten. Boos lijnde ik hem aan en een poos lagen we samen tegen de duinrand naar de zee te staren. Of eigenlijk, ik staarde, Baba ging maar even een dutje doen. Tot hij de geur van een hond opsnoof die vooruit gelopen van zijn bazen langs de vloedlijn liep. Met een alerte kop keek hij van de hond in de verte naar mij en weer terug. Ok Baba, herkansing. Maar niet in de resten van dode vogels en vissen rollen aub!

Wat kan hij toch hard rennen als hij er zin in heeft, binnen enkele seconden was hij bij de zwarte hond. Ze dolden een poosje, en toen de zwarte hond met bazen al ver gepasseerd was, stond ik klaar met mijn fluitje, bezorgd dat Baba te ver mee zou lopen. Maar nee, hij bleef achter en zou dat de hele week op Vlieland keurig doen, hij is echt beter onder appel sedert de castratie. Ik zag hem wat over het strand scharrelen en denkend aan de vele lijken, blies ik uiteindelijk toch op mijn fluitje. Daar kwam hij al, maar wat had hij in zijn bek?

Eenmaal dichtbij bleek het een grote, nog geheel intacte dode meeuw te zijn, die hij trots voor mijn voeten neerlegde. Cadeautje!

Even was ik bang dat hij hem toch weer zelf zou willen hebben: het leek een beetje op hoe hij een bal voor andere viervoeters neerlegt, maar oh wee als die hond die bal zou oprapen, dan laat Baba graag zien hoe snel hij is. De pestkop! Maar nee hoor, hij ging weer rustig liggen.

Met mijn handen begroef ik de meeuw. Het werd een behoorlijke zandhoop voor ik niets meer zag van het grote beest. Baba had het stoïcijns gadegeslagen en toen ik klaar was kwam hij even aan het bergje snuffelen, keek me aan alsof hij zei, nou als jij er dat mee wilt doen moet je dat zelf weten en ging weer liggen.

Alle overige dagen op Vlieland bemerkte ik vooral hoe goed Baba onder appel bleef. Hij is duidelijk rustiger en gezeglijker geworden sinds de castratie.

Ook in onze eigen omgeving begint op te vallen hoeveel rustiger hij is geworden. De hondenspeelweide loopt niet meer leeg als wij eraan komen. 🙂

Er zijn zelfs tekenen dat hij in plaats van een ‘lone wolf alpha’, langzaam maar zeker een gewone alpha aan het worden is, in groepen honden stelt hij zich steeds socialer op.

Tenzij er een bal in het spel is 😉

Ik heb absoluut geen spijt van de castratie.

Op een ‘dingetje’ na: Baba lijkt nu qua voedselgerichtheid op een labrador.

Als hij de kans krijgt belaagt hij picknickers en thuis reageert hij op alles wat met eten te maken heeft. Extra lastig is dat je een hond na castratie juist minder eten moet geven om te voorkomen dat hij dik wordt.

Maar we vinden er vast wel een modus voor. Uiteindelijk…

Coronapubers

Er schijnen vorig jaar minstens 30 % meer puppy’s gekocht te zijn dan gewoonlijk. Het was op de hondenspeelweide in het park te merken. Vaak was daar maar één volwassen hond op vijf of zes puppy’s. Gelukkig is mijn hond een puppylover, maar zoveel tegelijk werd hem af en toe bijna teveel. Zodra er een volwassen hond aan kwam stormde hij daar overenthousiast op af. Hij was dan duidelijk teleurgesteld als die meer in de puppy’s geïnteresseerd bleek dan in hem, superblij als hij lekker keihard kon rennen met een hond van zijn maat.

De grote aanwas van honden gaat nog steeds door en vaak betreft het de eerste hond van de nieuwe eigenaar.

Gelukkig mogen de hondentrainers weer aan het werk, zij het met kleinere groepjes dan voor de corona crisis. Dat was vorig jaar anders en de gevolgen zijn er naar. Veel van die eerste hond bezitters hebben hun hond niet goed gesocialiseerd en geen puppy cursus kunnen volgen. Die puppy’s van vorig jaar zijn nu aan het puberen en dat blijkt voor andere honden zoals de mijne vaak geen pretje.

Baba werd het een maand terug spuugzat, vooral puberende reutjes die met machogedrag op hem afkwamen en zijn waarschuwingen straal negeerden. Waarschuwde Baba voorheen soms met engelengeduld wel minstens op vijf verschillende manieren, langzaam maar zeker werden zijn aantal waarschuwingen minder en uiteindelijk vond hij dat twee keer toch echt genoeg moest zijn en ging als daar niet goed op gereageerd werd over op ‘berijden’ van de macho puberreu ; een teken van dominant gedrag. Hij, grote Baba met zijn drie jaar had immers meer anciënniteit dan de jonge puber en dat moest hij dan maar laten blijken, vond hij kennelijk.

Ook dat werd dan soms niet goed begrepen en baf, daar werd het ruzie. Onder andere omdat Baba dan reageerde met de jonge puber op zijn rug leggen, maar vooral omdat de onervaren hondeneigenaar daarvan in paniek kon raken met weer alle gevolgen voor het gedrag van de jonge reu. Eenmaal daar werd de onervaren eigenaar doorgaans boos op mij. Ik heb in zijn/haar ogen een rothond en het is allemaal mijn schuld.

Tegenwoordig besluit ik door te lopen als er weer zo’n slecht gesocialiseerde puberende reu macho aan komt lopen. Baba is het daar doorgaans mee eens en volgt me dan blij voor een leuke wandeling of zoiets.

Eerlijk gezegd is er nog een andere reden voor Baba’s verminderde geduld. Bijna twee maanden geleden heeft hij grote ruzie gehad met een Barsoi. Ik had zo’n hond nog nooit gezien en was behoorlijk onder de indruk van zijn voorkomen. Stom van mij was dat ik daardoor zijn gedrag niet goed observeerde. Minstens een kwartier leken de Barsoi en Baba elkaar te negeren maar toen ik ze even mijn rug toekeerde om iets in een prullenmand te gooien, brak achter me een hevig gevecht los. Het duurde zeker een minuut en werd pas beëindigd doordat drie mensen, allen betrokken bij de Barsoi, de grote hond van Baba aftrokken. “Ja we hebben morgen al een afspraak voor een chemische castratie,” zeiden de baasjes van de tweejarige Barsoi. Dat had ik graag eerder geweten. Baba had een scheurtje aan een oor, een wond in zijn andere, bebloede voetjes en over zijn hele lijf kleine wondjes. Gelukkig geen dierenartskwestie, maar Baba bleek behoorlijk getraumatiseerd. Zodanig dat ik hem drie dagen niet los kon laten omdat hij elke ongecastreerde reu te lijf wilde gaan.

Met enige moeite is Baba inmiddels weer geresocialiseerd, maar er is kennelijk door dat gevecht een knop bij hem omgegaan. Ik sprak daarover met een amateur hondentrainster, die als eerste opmerking had dat Baba zich tijdens het gevecht kennelijk weigerde over te geven. Ik speelde de film in mijn hoofd af. Baba had het hele gevecht op zijn rug gelegen, maar inderdaad, zoals een omstander na afloop van het gevecht constateerde: “hij had zich kranig geweerd.” Dus niet overgegeven.

“Dat doen alpha’s ook niet,” zei de amateur trainster.

“Baba een alpha, schei uit! Hooguit bèta, misschien wel omega, als dat zou bestaan althans,“ zei ik, met in gedachten zijn onderdanige houding naar allerlei gelijkwaardige honden.

“Er zijn twee soorten alpha’s,” zei de amateurtrainster, “de ene houdt zich vooral met de roedel bezig, de andere is meer een lone wolf”.

Lone Wolf! Ja dat was en is Baba zeker!

Zijn onderdanige gedrag is slimheid, zichzelf aangeleerd gedrag vanaf dat hij als klein puppy aan het zwerven is geraakt. Door dat soort slimheid heeft hij de eerste acht maanden van zijn leven overleefd. Ook het rapport van de dierentolk gaf zulke zaken aan.

Nog meer films terugspelend in mijn hoofd realiseerde ik me dat hij al vaker allerlei alpha gedrag had vertoond, zoals puppy’s beschermen tegen onstuimige of dominante honden, teefjes claimen en meer van dat fraais. Maar sinds dat gevecht met de Barsoi heeft hij kennelijk besloten dat hij ook echt iemand is om rekening mee te houden. Sterker nog, de hondenspeelweide in het Wilhelminapark ziet hij nu als zijn achtertuin waar hij stap voor stap bezig is hoger in de hiërarchie te komen.

Begin deze week liep dat niet zo goed af.

Er kwamen meerdere puberreutjes de speelweide op, waardoor ik het tijd vond om te vertrekken. Baba luisterde goed en liep met me mee. Even buiten de speelweide stond een hondenkennis met twee husky teefjes ons op te wachten. Baba is weg van die twee vrouwtjes. De jongste van de twee mag soms los en dan dolt hij daarmee dat het een lieve lust is. Maar ook de oudere die aan de lijn blijft, heeft zijn volle belangstelling.

Er kwam een oudere mevrouw aan met een peutertje in een wandelwagen en een hond aan de lijn. Ze overzag het tafereel en maakte haar hond los. Deze reu dacht ook naar de twee husky’s te kunnen gaan, maar dat was niet naar de zin van Baba. De vrouw liep snel door en haar hond ging gelukkig mee.

Na een paar minuten gebeurde er iets wat ik niet had verwacht: Baba verloor zijn belangstelling voor de twee vrouwtjes en rende terug de speelweide op. Hij luisterde totaal niet meer. In de verte zag ik hem bakkeleien met de puberreutjes en de hond van de oudere mevrouw.

Met de baas van de husky’s besprak ik dit steeds terugkerende onaanvaardbare gedrag van Baba en hij gaf me, niet voor het eerst, het advies om te gaan trainen met een tien meter lijn.

Hehe daar was Baba eindelijk. Ik lijnde hem aan, gaf hem te verstaan dat hij moet luisteren als ik fluit.

Ik beëindigde het gesprek met de baas van de husky’s en wilde weggaan, maar werd geroepen door de oudere mevrouw. Haar hond was weer aan de lijn.

“Mevrouw, wilt u even achten a.u.b,” riep ze.

Foute boel! dacht ik en bleef uiteraard wachten tot ze dichterbij was gekomen.

“Uw hond heeft mijn hond gebeten!” zei ze.

Ik schrok. Zoiets had Baba echt nog nooit gedaan.

Ze vertelde dat ze in Friesland woont en haar hond daar haar erf bewaakt.

Ik vroeg de mevrouw mijn telefoonnummer te noteren, maar ze vond dat niet nodig. De vacht van haar hond die een slag kleiner is dan Baba, kleurde op de rug steeds roder.

De baas van de husky’s en ik raadden de vrouw aan naar de dichtstbijzijnde dierenkliniek te gaan. Aanvankelijk protesteerde ze, maar uiteindelijk noteerde ze mijn telefoonnummer en liet zich de weg wijzen naar de kliniek.

Een paar uur later kreeg ik een foto van de rug van haar hond en nog een foto van de rekening. 222,05 euro.

Ik belde haar. Allereerst verzekerde ik haar dat ik het bedrag dezelfde dag nog zou overmaken. Maar ik wilde ook graag weten wat er nou eigenlijk gebeurd was.

Ze vertelde dat haar hond al elf is, heel dominant en dat Baba en haar hond aan het bakkeleien waren. Ja dat laatste klopte met wat ik in de verte had gezien. Aanvankelijk liep haar hond daarna gewoon weg en ging met de jonge reutjes aan de slag, vertelde de mevrouw. Ook dat klopte met mijn waarneming en was kennelijk het sein voor Baba om eindelijk op mijn fluit te reageren.

Haar hond was op een gegeven moment in het gras op zijn rug gaan liggen rollen en daarna had ze zijn rug zien verkleuren.

Zes hechtingen tel ik op de foto die ze heeft gestuurd.

Maar ze zei heel vriendelijk: “Het is geen beet, het is meer een soort scheur die vermoedelijk per ongeluk door een slagtand of zo is veroorzaakt”.

Dat vond ik goed nieuws. Vermoedelijk is de huid van haar elf jaar oude reu al kwetsbaar geworden.

Maar dan nog: dit was voor mij echt het signaal om te gaan hertrainen. De tien meter veldlijn had ik al voor het telefoongesprek met de aardige mevrouw uit Friesland besteld.

Ook wij hebben door o.a. de coronacrisis de gehoorzaamheidstraining niet kunnen voltooien.

In kranten verschijnen nu artikelen dat er meer bijtincidenten worden verwacht en de asiels beginnen al vol te raken met gedragsgestoorde jonge honden.

We zagen het allemaal aankomen.

Zo ben ik vorig jaar diverse keren op hondeneigenaren afgelopen die met een jonge ongedurige hond aan de lijn aan de rand van het speelveld bleven staan. Eerst informeerde ik dan hoe oud het hondje was. Vier of vijf maanden waren de meest voorkomende antwoorden.

Mijn tweede vraag was steevast: mag hij/zij niet los?

Nee, want dan liep de pup weg en soortgelijke argumenten.

Puppy’s die de eerste maanden van hun leven dus niet los mochten!! Hoe krijg je die nu nog goed gesocialiseerd?

De hondentrainers hebben er hun handen vol aan, maar ze mogen nog steeds geen grote groepen trainen. De ons goed bekende hondengedragstrainer vertelde het me al een paar maanden geleden toen hij eindelijk meer dan één hond mocht trainen. Twee mochten er toen. Zijn eerste klus betrof twee puberende herderreuen. Hij was de eerste les alleen maar bezig geweest die twee uit elkaar te houden.

Ik ga met Baba voorlopig niet meer dagelijks naar het park.

Mijn hart huilt ondertussen om al die honden in de asiels.

.

PS

Mocht u toch nog overwegen voor het eerst een hond aan te schaffen, mag ik u dan mijn boek Ja..? Oh! aanraden?. Ik vertel in dat boek over mijn leven met diverse honden, zodat u een beeld krijgt wat er allemaal komt kijken bij het samenleven met een hond. Enne… laat u tijdig op de wachtlijst plaatsen voor de puppytraining.