Als we aankomen bij de zeer grote weide aan de rand van de stad waar honden los mogen, zien we in de verte alleen twee kleine hondjes. Baba is toch geïnteresseerd en gaat vast vooruit. Een van de twee kleintjes komt hem enthousiast tegemoet. Het blijkt een border terriër, een teefje van anderhalf jaar oud. De andere blijkt een mannetje van dertien en het vrouwtje van de twee hondjes begint meteen op een soort excuustoon te vertellen dat ze hem toch maar los heeft gemaakt toen wij eraan kwamen.
De honden mogen hier los, dus ik luister aandachtig verder. Vanaf dat het jonge borderteefje bij hen kwam wonen, was de oude knorrepot meteen haar verdediger, met alle problemen van dien.
Maar nu laat hij het maar, het jonge teefje kan zich goed zelf redden.
Ik snap nog steeds het excuus maken voor het los lopen van de dertienjarige niet.
Maar dan begint ze te vertellen dat alle problemen met haar honden bij haarzelf beginnen. Als zij bang is dat er wat gebeurt, komt het mannetje meteen in actie.
Ik begrijp, zij vond grote Baba eigenlijk wat eng, maar ik zeg niks.
Er ontspint zich een heel gesprek over de invloed van bazen op de honden, terwijl het kwieke teefje tevergeefs probeert Baba’s aandacht te trekken. Baba is na ruim een uur wandelen vooral geïnteresseerd in het water in de sloot en rollen in het gras. Het is al half negen ’s avonds, maar nog steeds 29 graden.,
De vrouw vertelt verder over wat ze allemaal heeft geleerd sinds ze twee border terriërs heeft. Het gaat vooral over het belang van zelf niet bang zijn.
Ik vertel over het belang van je hond vertrouwen geven en moet ineens denken aan de ontmoeting met staander Harry aan het begin van onze wandeling.
Harry is ook nog jong en onstuimig en steevast behoorlijk onder de indruk van mijn alphaatje. Maar bang is hij absoluut niet en de twee reuen draaiden tamelijk gespannen om elkaar heen. Ik vertrouw Baba, dus maak me daar nooit druk om.
Harry is hoger op de poten dan Baba en probeerde ondanks zijn respect toch even zijn kop op Baba’s schouders te leggen. Dat kwam hem op een forse grauw te staan. De jonge bazen van Harry zijn argwanender naar mijn hond dan ik, dus stelde ik ze gerust.
Gelukkig is Harry goed gesocialiseerd dus die trok meteen de juiste conclusies en bleef het bij die ongemakkelijke communicatie tussen de twee reuen.
“Als een hond niet goed gesocialiseerd is, bijvoorbeeld omdat zijn bazen hem weinig loslaten uit angst voor wat dan ook, kan een hond zo’n grauw niet genoeg vinden en te ver gaan en dan komt er na zo’n grauw en soms nog een volgende waarschuwing een vechtpartijtje.”
Ik voel tevredenheid over mijn bondige samenvatting van een tegenwoordig veel voorkomende hondensituatie, maar de bazin van de twee borders ziet het als een opmerking om in de verdediging te schieten over hoe goed gesocialiseerd haar honden zijn.
Zo had ik het niet bedoeld.
Het jonge teefje komt blij aangerend en ik complimenteer de vrouw met het leuke vrolijke hondje en wens haar veel plezier met haar. Zij gaan op weg naar huis.
Tijd voor mij om een bankje op te zoeken.