Deze zomer kon Baba niet los in het park.
De grote vijver was voor de zoveelste zomer weer vergiftigd met blauwalg en mijn viervoeter drinkt graag ‘natuur’water. Vooral als hij speelt met andere honden wil hij geregeld even zijn dorst lessen.
De blauwalg is nog niet verdwenen, maar het water in de vijver ziet er na de vele regenbuien weer normaal uit. Ik durfde het daarom voor het eerst in maanden weer aan om Baba los te laten op de hondenspeelweide in het park. Daar was ook een gerede aanleiding toe: het was er om half negen ’s ochtends een drukke bedoening en ik constateerde dat er diverse vriendjes en vriendinnetjes van Baba aanwezig waren. Feestje! Dacht ik.
Maar tot mijn verbazing ging Baba wel iedereen even begroeten, maar trok zich daarna midden op de weide terug waar hij op afstand alle interactie alert stond waar te nemen. De hondenbaasjes stonden in een groepje op het pad bij de weide en de meeste honden krioelden daar omheen. Baasjes druk in diverse gesprekken, honden druk met de ingewikkelde groepssamenstelling. Af en toe kwam Baba weer bij de groep, met name als er een nieuwe hond was gearriveerd, maar telkens na begroeting en een blik hier en een geluidje daar, trok hij zich weer als de lone wolf terug midden op de weide. Kennelijk was Baba weer heel erg moe van de nog steeds niet goed gediagnosticeerde jeuk. De afgelopen twee weken had hij zelfs door de jeuk onderdrukkende medicijnen heen gekrabd.
De groep dunde langzaam uit, maar net toen ik overwoog ook te vertrekken, kwam Willem IV het park in. Veel hondenbezitters zijn bang voor deze Duitse herder en dus vertrokken ook de resterende hondenbaasjes met hun viervoeters. Willem is een van Baba’s beste vrienden. Ha, dat wordt rennen, dacht ik. Maar het werd slechts tien meter dollen. De twee vriendjes snuffelden samen wat rond en ik knoopte een gesprek aan met de kennelijke nieuwe bewoner van het studentenhuis waar Willem woont. Het was me opgevallen dat die wat argwanend de ontmoeting van Willem met Baba had gevolgd. Het zijn vriendjes, legde ik uit, alleen is Baba niet in goede doen, anders zou je dat ook meteen hebben kunnen zien. Normaal rennen ze met zijn tweeën het hele veld rond, als ze langskomen voel je de grond onder je bewegen.
Nu was Baba al snel weinig tot niet meer geïnteresseerd in Willem. Hij trok ineens een sprintje, ik dacht eerst om te gaan poepen in de struiken, maar toen hij die voorbij liep, vermoedde ik dat hij op weg was naar het restaurant om weer eens te grasduinen bij hun vuilcontainers. Maar het hek was dicht. Gelukkig, dacht ik, maar ik juichte te vroeg. Baba liep door, stak het drukke fietspad over.
Ik groette haastig de nieuwe studentenhuisbewoner en ging achter Baba aan omdat die niet reageerde op mijn fluitje.
Toen ik ook het fietspad was overgestoken zag ik Baba in de verte. Hij stond te kijken bij zijn vriendinnetjes Abby en Toet. Op de speelweide had hij ze maar even aandacht gegeven, maar nu er minder ingewikkelde groepsprocessen plaatsvonden, deed hij toch een poging tot contact.
Terwijl ik in rustiger tempo naar het groepje liep, raakte ik geamuseerd door zowel de honden als de twee bazen. Zo verschillend zijn die twee, uit zulke andere maatschappelijke groepen. Zij een volkse Utrechtse, hij wat Koot en de Bie een ‘oudere jongere’ zouden noemen, maar ze stonden daar als dikke vrienden geanimeerd te kletsen met elkaar. Verschillen vallen weg als je honden vriendjes zijn. En Abby en Toet zijn zulke dikke vriendinnen, dat Baba vooral stoorzender was en door de dames vrijwel genegeerd werd. Hij kwam al naar me toe. Tijd om naar huis te gaan Baba!